Selfies zijn niet meer weg te denken tegenwoordig. Je zet echt niet alleen de Big Ben op de foto als je in Londen bent, maar natuurlijk ook je eigen hoofd erbij! Dat lijkt zo’n beetje de maatstaf te zijn. Zeker onder jongeren. Maar vergis je niet, ook onze oude schildermeesters maakten al graag zelfportretten. Maar waarom zou ik een selfie moeten maken denk je misschien? Nou, dat hoeft ook niet natuurlijk. Maar stel, je zou het toch best eens willen, dan moet het wel een goed zelfportret zijn. En daarvoor heb ik een aantal tips voor je!
Licht
Zoals in een eerdere blog beschreven, het eerste wat je nodig hebt is licht, heel veel licht. Geen schemerlamp, maar daglicht. Ga dus bij een raam staan of ga naar buiten. Jammer dat de zon niet schijnt denk je misschien? Fijn juist! De zon zorgt ervoor dat de schaduwen heel hard zijn en je gaat knijpen met je ogen. Een beetje wolk fungeert juist als een fantastische soft box die fotografen altijd om hun lampen monteren. Ideaal weer dus meestal hier in Nederland.
Achtergrond
Sta je in het fijne daglicht? Wat is er om je heen te zien? Het is de bedoeling bij een selfie dat de aandacht naar jouw gezicht gaat. Dus dit is het ideale moment om je bureau eens op te ruimen of het spinrag uit je kozijnen te verwijderen. Nee, zonder gekheid, er komt een stukje omgeving op de foto, dus bedenk je goed hoe je wilt dat dat eruit ziet.
Lange arm
Een hele lange arm is niet nodig en ook een selfie stick heb je voor een gewone huis-tuin-en-keuken-selfie niet nodig. Wel als je toch echt die Big Ben er helemaal op wilt hebben, dan is een stick heel handig.
Als je eenmaal goed in het licht en de achtergrond staat, ga je experimenteren met je arm. Hoe houd je deze nu eigenlijk? Helemaal recht van voren is niet altijd flatteus. Je doet je gezicht een klein tikje opzij, liefst naar het licht toe. En je arm gaat omhoog. We willen geen neusgaten selfie, dus je arm gaat minimaal op de hoogte van je ogen. En dan nog een klein stukje omhoog. Waarschijnlijk gaat nu je hele hoofd n stukje mee omhoog, je kijkt immers in de camera. Maar voor een zelfverzekerd portret, hou je nu je ogen op de camera gericht, maar doe je je kin iets omlaag. Echt een klein stukje maar. En let op, kijk niet naar je scherm, maar echt in het zwarte gaatje van je camera.
Klikken maar!
Ja, en dan nu dat zelfportret gaan maken. Lukt t niet goed om je camera stil te houden? Gebruik dan de timer; je kunt vaak een aantal seconden instellen en dan gaat de camera af zonder dat jij verder nog op de knop hoeft te drukken als je in je ideale selfiestand staat. Bij de meeste camera’s kun je ook aan de zijkant een van de knoppen gebruiken als ontspanner, kan ook heel handig zijn.
Briesend paard
Licht goed, arm goed, maar dat gekke lachje. Veel mensen hebben moeite met het ontspannen van de gezichtspieren. En staan dan dus met een krampachtig lachje op de foto. Ontspan is het toverwoord! Dat kan op verschillende manieren; adem een aantal keer diep in en uit voor je de foto maakt. Dat scheelt vaak al een heel stuk. Je kan ook even gek doen. Schud je haren los, trek even een sprintje heen en weer door de kamer (meteen een gezonde blos!) of bries even alsof je een mooi Fries paard bent! Of allemaal natuurlijk. Ik zie het al voor me!
Heb je nu het gevoel dat je een echt portret nodig hebt, omdat je serieus aan het ondernemen bent? Of gaat solliciteren op die gave baan? Schakel dan een goede portretfotograaf in. Niets is zo onprofessioneel als een vakantiekiekje op je LinkedIn!
Kijk voor meer info op www.mariekevandulmen.nl